Laat betekenis

laat (comparative later, superlative laatst) late (not early) Synonym: (archaic) spade Antonym: vroeg Hij kwam laat thuis van het werk. ― He came home late from work. De bus was laat, dus misten we bijna de afspraak. ― The bus was late, so we almost missed the appointment. Hij leverde zijn opdracht laat in en verloor punten. Betekenis: • Ná na die verwagte oomblik; na die tyd wat afgespreek/geskeduleer is. • Nie vroeg nie (onvroeg); aan die einde van 'n sekere tyd. • Die tyd volgens die horlosie. Gebruik: • Die trein is laat. • Ek moes tot laat werk. Laat in die 20ste eeu. • Hoe laat is dit? Spreekwoord: • Te laat vir jou eie begrafnis wees. [Baie.

Laat betekenis ten (liet, heeft gelaten) 1 niet doen; = nalaten: ik kan het roken niet.

Laat synoniem

Woorden die (ongeveer) hetzelfde betekenen als ‘laat’, met toelichting en mogelijkheden om verder te zoeken. Synoniemen van laat. Puzzelomschrijvingen van laat: Bij het vallen van de duisternis; Bij nacht of avond; Bijwoord; Bijwoord van tijd; Dienstbaar man; Diep in de nacht; Halfvrije; Horige; Horige boer; Lijfeigene; middeleeuwse halfvrije; Na de afgesproken tijd; Na gewone tijd; Niet op tijd; Niet tijdig; Niet vroeg; Ontijdig; Onvrije; Op een.

Laat synoniem

Laat betekenis voorbeeld

Betekenis: • Ná na die verwagte oomblik; na die tyd wat afgespreek/geskeduleer is. • Nie vroeg nie (onvroeg); aan die einde van 'n sekere tyd. • Die tyd volgens die horlosie. Gebruik: • Die trein is laat. • Ek moes tot laat werk. Laat in die 20ste eeu. • Hoe laat is dit? Spreekwoord: • Te laat vir jou eie begrafnis wees. [Baie. laat Uitspraak: [ lat ] na de normale of verwachte tijd Voorbeelden: 'laat thuiskomen', 'De trein is te laat.' Antoniem: vroeg hoe laat (op welk tijdstip) 'Hoe laat gaan we weg?'.

Laat betekenis voorbeeld ten (liet, heeft gelaten) 1 niet doen; = nalaten: ik kan het roken niet.

Laat definitie

laat Uitspraak: [ lat ] na de normale of verwachte tijd Voorbeelden: 'laat thuiskomen', 'De trein is te laat.' Antoniem: vroeg hoe laat (op welk tijdstip) 'Hoe laat gaan we weg?'. laat (comparative later, superlative laatst) late (not early) Synonym: (archaic) spade Antonym: vroeg Hij kwam laat thuis van het werk. ― He came home late from work. De bus was laat, dus misten we bijna de afspraak. ― The bus was late, so we almost missed the appointment. Hij leverde zijn opdracht laat in en verloor punten. Laat definitie Bijwoord: laat, spade, spa, op een gevorderd uur, diep in de nacht, in het holle van de nacht, op het nip, op het nipje, op zijn laatst, op zijn langst, uiterlijk, laatstelijk, te laat. Causatief: uitstellen. Spreekwoord: beter laat dan nooit; late haver komt ook op; de laatste schuit moet ook vracht hebben.

Wat betekent laat

ten (liet, heeft gelaten) 1 niet doen; = nalaten: ik kan het roken niet. laat (present laat, present participle latende, past participle gelaat) (auxiliary, with object) to cause to, to make ; forms a causative phrase. Hy laat die bote vir die kus versamel. Wat betekent laat laat laat Uitspraak: [ lat ] na de normale of verwachte tijd Voorbeelden: 'laat thuiskomen', 'De trein is te laat.' Antoniem: vroeg hoe laat (op welk tijdstip) 'Hoe laat gaan we weg?' Synoniem: wanneer Hoe laat is het? (hoe staat de klok, welk uur is het) Synoniemen: vroeg (antoniem) Spreekwoorden en zegswijzen • zelfs de beste.